4 stellingen over differentiatie
Stelling 1: Kinderen hebben recht op ‘ongelijk’ onderwijs
“Differentiatie betekent dat kinderen recht hebben op ‘ongelijk’ onderwijs. Dat betekent dat je niet aan iedereen hetzelfde geeft, dat je gaat kijken – op maat van het kind – wat heeft die op dat moment nodig in zijn of haar leerlijn? Dat is echt differentiëren. Dat klinkt negatief, maar het is juist beter. Zo geef je de juiste aandacht aan elke individuele leerling in jouw klas.”
“Velen vrezen dan voor het ‘algemeen niveau’, maar dat bestaat niet. We geven les aan de kinderen van nu, en iedereen weet dat onze populatie is veranderd. Vaak zitten we nog met dat romantisch idee dat vroeger alles beter was, inclusief het schoolniveau, maar de resultaten van de peilingsproeven spreken dat tegen. Die waren 30/40 jaar geleden niet beter. Meer nog, toen had je evengoed leerlingen die zwak waren, gemiddelde leerlingen en sterke leerlingen. Het is daarmee dat we moeten leren leven in het onderwijs.”
“Soms vergeten we dat het onderwijs één component is van de keuken waarin je leermaterialen en leerkansen creëert”
– Professor Valcke
“We mogen ook niet vergeten dat sterke leerlingen heel veel zelfstandig leren buiten het onderwijs. Het onderwijs als systeem is één manier om te leren.
We zien dat sterke leerlingen degenen zijn die boeken ontlenen in de bibliotheek, die vertellen over boeken, zelf verhalen schrijven of scenario’s schrijven voor een videoclip die ze dan maken met hun mobiele telefoon. Dat is ook leren.
Dat betekent dat zwakkere leerlingen die misschien wat minder leven in een milieu dat hen ondersteunt die kansen niet krijgen. Daar zie ik een belangrijke compensatorische rol voor onderwijs.”
Wil je nog meer informatie over differentiëren? Kom te weten hoe je de hulp van een uitgever kan inschakelen om de juiste differentiatiemethode te kiezen.